Eenduidig acteren en opereren bij technologische innovatie. Dat is de kern van de Common Ground-visie, die wordt ondersteund door alle Nederlandse gemeenten bij monde van de VNG. De visie geeft richting aan de manier van werken, innoveren en ontwikkelen, zonder directe verplichtingen. In één woord: samen.
Het doel van de VNG is om de Common Ground-visie richtinggevend te laten zijn voor alle technologische innovatie die vanuit overheden wordt gedaan en om snel, veilig en flexibel informatie uit te wisselen tussen gemeenten. Iets waar de burger uiteindelijk baat bij heeft.
In samenwerking met Emerce hebben we een vijfdelige serie gemaakt van True klanten in de spotlight. In dit vijfde deel, VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) over het Common Ground initiatief. We gingen in gesprek met Jacco Brouwer (Programma Manager Signalen).
De 3 principes van Common Ground
De Common Ground-visie kent drie soorten principes: samenwerkingsprincipes, architectuurprincipes en realisatieprincipes. Deze principes gaan over het verbeteren van de onderlinge samenwerking tussen gemeenten (het samenwerkingsprincipe), het scheppen van duidelijke kaders rond hoe en met welke privacy- en securityrichtlijnen er software wordt ontwikkeld (het architectuurprincipe) en het creëren van eenduidigheid in de inrichting of backend van systemen (realisatieprincipes).
Dit laatste gaat over de manier waarop de systemen zijn ingericht (in de cloud of on-premise) en in welke mate deze systemen elkaar ondersteunen of na verloop van tijd moeten overnemen. Belangrijke pijler hierin is het ontwikkelen en gebruiken van open-source software, die door de Common Ground community van deelnemende gemeenten en marktpartijen gezamenlijk wordt ontwikkeld. Dit geeft gemeenten de functionele regie en het eigenaarschap over de missie van publieke software, waarbij de markt de expertise levert waarmee zij samenwerkingen technisch ontzorgen. Een dergelijke manier van werken voorkomt dat gemeenten afhankelijk worden van één leverancier (de zogeheten vendor lock-in).
Onmisbaar hierbij: een eenduidige communicatie en gegevensuitwisseling die veilig, transparant en snel werkt tussen (losse) systemen die al in gebruik zijn en systemen die nog worden ontwikkeld. Daarvoor zorgt NLX, een open source API-gateway die is ontwikkeld door de Common Ground-community met als doel deze informatie-uitwisseling sneller, veiliger en transparanter te maken.
Haven, een universele infrastructuur
Met de drie basisprincipes hebben gemeenten duidelijke kaders en handvatten om hun tools te ontwikkelen en beschikbaar te stellen voor andere gemeenten, waarvoor de visie bedoeld is. Er zijn al tools ontwikkeld volgens de visie, die door meerdere gemeenten worden gebruikt voor verschillende maatschappelijke problematiek. Zo is er een tool voor het voorkomen van schuldenproblematiek, een tool tegen de zogeheten ‘Airbnb-wildgroei’, en een initiatief rondom meldingen openbare ruimte, genaamd Signalen.
Toch komt bij de ontwikkeling en implementatie van die tools meer kijken dan alleen het maken van afspraken rondom innovatie vanuit de drie principes. Bij iedere gemeente is de IT anders ingericht en georganiseerd. Er kan in de cloud worden gewerkt of juist lokaal. Zo is er op het gebied van infrastructuur een fundament nodig dat ervoor zorgt dat iedere gemeente deze tools moet kunnen laten draaien op de systemen die in die specifieke gemeenten voorhanden zijn, zonder grote aanpassingen te hoeven doen. Dat is waar de Haven referentie-implementatie om de hoek komt kijken.
Eenduidigheid van inrichting IT infrastructuur
De Haven referentie-implementatie is bedacht om eenduidigheid te krijgen in de inrichting van de infrastructuur van gemeenten. Die infrastructuur wordt door leveranciers zoals True aangeleverd, maar komt in vele soorten en maten. Bij het beschikbaar stellen van de infrastructuur zal de gemeente aan de leverancier vragen deze volgens de Haven referentie-implementatie in te richten. Het effect: de technische ondergrond is overal hetzelfde. De verschillende Common Ground-initiatieven, zoals Signalen, worden vervolgens op die uniforme Haven-onderlaag gezet. Dit heeft voordelen voor gemeenten, maar ook voor leveranciers. Ook wanneer er in de toekomst andere keuzes worden gemaakt, biedt de Haven-laag de benodigde flexibiliteit. En als gemeenten in de toekomst een andere oplossing vinden voor hun tools of complete IT-omgeving, dan maakt de Haven-laag dit zeer eenvoudig. Zo houden gemeenten altijd zelf de regie over de inrichting van hun IT-landschap.
Het op elkaar laten aansluiten van het fundament en de functionaliteit is zeer belangrijk. Leveranciers van IT-infrastructuur zoals True voeren de Common Ground-visie uit en ondersteunen zo deze samenwerking tussen markt en overheid. Door het leveren van een betrouwbaar technisch fundament en tools zorgt True als betrouwbare partner voor de ontzorging en zekerheid die gemeenten zoeken.
Het bieden van een betrouwbaar, generiek fundament maakt uitwisseling van innovatie en initiatieven tussen gemeenten vele malen groter. Daar draagt NLX aan bij; Haven biedt de onmisbare generieke onderlaag.
De kracht van community
Los van de technische basis vormt de eenheid en samenwerking tussen gemeenten de basis voor het succes van de Common Ground-visie. Als het aankomt op de ontwikkeling van nieuwe tools, hebben gemeenten vanuit de Wet Markt en Overheid de vrijbrief om zelf tools te (laten) ontwikkelen wanneer het huidige aanbod in de markt niet past. In dat geval is een gemeente dus niet verplicht om dit volgens Common Ground-visie te doen, maar dat is wél het idee achter de samenwerking.
Enkele gemeenten, zoals Amsterdam, hanteren hierbij de filosofie ‘public money, public code’, wat zoveel betekent als dat ontwikkelde software per definitie publieke software is waar andere gemeenten eenvoudig gebruik van kunnen maken.
En dat is dus ook de essentie van de Common Ground-visie, al is het generieke aspect hierbij van groot belang. Want Amsterdam deelt haar ontwikkelde software, net als andere gemeenten, al een tijdje. Maar het probleem was altijd dat de stad software ontwikkelde die vooral heel goed werkte in de IT-omgeving van Amsterdam zélf, maar niet in die van bijvoorbeeld Den Bosch. De software was dus wel beschikbaar, maar niet iedereen kon het gebruiken in optimale vorm. Dat is waar de kracht van Common Ground zit, door de eenduidigheid op technisch gebied, het open-source ontwikkelen en de onderlinge samenwerking bij innovatie.
Open source: geven en nemen
Door de software open-source te ontwikkelen, heeft iedere gemeente er baat bij. Of je dit nu in eigen huis of met een externe leverancier doet. Door tools eenduidig en herkenbaar te ontwikkelen op een generieke onderlaag, volgens de Haven referentie-implementatie en deze tools in een eenduidige taal te laten communiceren, kunnen andere gemeenten ze ook direct gebruiken in hun omgeving. Dit open-source ontwikkelen gaat, zoals altijd, volgens het principe van geven en nemen. De missie van Common Ground is om gemeenten én marktpartijen elkaar te laten inspireren het beste product te ontwikkelen, en er niet alleen zélf beter van te worden.
De VNG heeft met Common Ground voor ogen dat de gemeenten het eigenaarschap en regie voeren over de functionele kant, de “missie van het product”. Dat betekent ook dat je het risico en de bijbehorende investeringslast moet dragen. De technische ontzorging in deze samenwerkingen gebeurt door de markt. Op die manier organiseren we de samenwerking met de markt op een gezonde manier en kunnen zij, als het ware een hefboom, ontwikkelde producten naar meer gemeenten in Nederland brengen. Die wisselwerking tussen markt en overheid is bijzonder en interessant en zorgt voor een transparante overheid. En dat is waar niet alleen alle gemeenten en marktpartijen, maar vooral burgers uiteindelijk baat bij hebben.